Bedoeken en randbedoeken
Als de textiele drager van een schilderij in een slechte staat verkeerd, dient deze behandeld te worden. De drager kan door ernstige beschadiging, ouderdom en/of klimaatinvloeden verzwakt raken waardoor deze geen steun meer biedt aan de grondering- en verflagen, de spanning van het doek verminderd en de lagen zullen gaan deformeren en losbreken. In heel veel gevallen kan dit plaatselijk worden opgelost. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het hechten van een scheur. Heel soms is het echter noodzakelijk dat het schilderij bedoekt dient te worden.
Bedoeking
Schilderijen bedoeken, ook wel doubleren genoemd, is het op de oorspronkelijke drager aanbrengen van een tweede doek met behulp van een adhesief. De hedendaagse materialen en methoden tasten de oorspronkelijke drager niet aan en zijn eenvoudig te verwijderen. Doordat veel van de problematiek met betrekking tot doek lokaal behandeld kan worden, hoeven wij slechts enkele keren per jaar een bedoeking aan te brengen.
Randbedoeking
Wanneer alleen de randen en de omslag van een doek zijn verzwakt wordt een randbedoeking aangebracht. Het doek wordt hiervoor van het raam genomen, ontdaan van vuil en stof waarna een randbedoeking met behulp van een thermoplastisch adhesief op de spanrand en omslag wordt aangebracht.
Roestvrijstalen schroefjes hebben meerdere voordelen ten opzichte van het gebruik van (nieuwe) nagels of nieten en dat is dat ze in de toekomst niet gaan roesten, dat bij het plaatsen van de schroeven het spanraam en schilderij niet worden blootgesteld aan de klappen die het geheel krijgt wanneer nagels of nieten worden geplaatst en dat, mocht dit noodzakelijk zijn in de toekomst, het doek eenvoudig van het spanraam te verwijderen is zonder dat de omslagen beschadigen.
Verdoeken
In het verleden werden schilderijen soms verdoekt, dit is een techniek die erop gebaseerd is om de oorspronkelijke drager van de grondering- en verflagen te verwijderen waarna een nieuwe drager wordt aangebracht. Deze techniek is zelden noodzakelijk, risicovol en er gaan met het verwijderen van de oorspronkelijke drager veel historische gegevens verloren. Het verdoeken van schilderijen wordt niet meer uitgevoerd.
Was-hars bedoeking
Een andere verouderde techniek is het washarsbedoeken, de zogenaamde Hollandse methode. Deze bestaat uit het aanbrengen van een hete massa van bijenwas met hars op de gehele achterzijde van het oorspronkelijke doek. Het bedoekingslinnen wordt hierop aangebracht met warmte en druk met behulp van een strijkijzer of een verwarmingstafel.
Deze bedoekingsmethode heeft een aantal grote nadelen, is onomkeerbaar en wordt als onethisch beschouwd. Professionele restauratieateliers gebruiken deze methode niet meer.
Voorzijde en achterzijde van dit “Portret van Willem Jacobz Baert” geschilderd door Caesar van Everdingen. (collectie: Stedelijk Museum Alkmaar). Het schilderij is in het verleden eerder gerestaureerd waarbij ook een was-harsbedoeking is aangebracht en het originele raam is vervangen.
Nadelen was-hars bedoeking
Bij het bedoeken met was-hars wordt het mengsel tot hoge temperaturen verhit waardoor het vloeibaar wordt. Het mengsel dringt daardoor door tot op, en zelfs vaak in, de gronderingslaag. Wanneer de washarsmassa de grondering doordrenkt wordt deze donkerder, de transparante, op de grondering aangebrachte verflagen verliezen daardoor aan helderheid en kleurkracht.
Door de hitte en druk ontstaat vaak ook een geprononceerde doekstructuur. De verflaag op de voorzijde wordt zacht waardoor het linnen hierin kan worden gedrukt wanneer vanaf de achterzijde van het doek druk wordt uitgeoefend om het bedoekingsdoek vast te hechten. De structuur van het doek wordt daardoor duidelijk zichtbaar terwijl pasteuze delen worden platgedrukt. Het schilderij krijgt hierdoor een vlak uiterlijk met een geprononceerde doekstructuur.
Iedere restaurator/bedoeker had zijn eigen manier van bedoeken. Vaak komen we tegen dat de originele spanranden van het doek zijn afgesneden. Niet elke restaurator deed dit. Het kwam vaak voort uit gemak en/of de wijze hoe het bedoeken is aangeleerd.
Ook het percentage was en hars dat werd gebruikt in het mengsel verschilde per restaurator die de bedoeking uitvoerde. Het soort was en hars ook. Daarbij komt het soms voor dat het percentage was dat werd gebruikt, te hoog was waardoor de kleefkracht van het mengsel niet voldoende was. Een gevolg hiervan is het ontstaan van blazen.
Marouflage/Marouflé
Maroufleren is het verlijmen van een schildering met een textiele drager op een paneel. Het schilderij verandert daardoor van uiterlijk en verliest hetgeen zo typerend is voor een schildering op een flexibele drager. Deze verouderde techniek is over het algemeen onomkeerbaar en wordt daarom niet meer toegepast.